PALING IN GEVAAR

PALING IN GEVAAR

Deze trekvis, die het slachtoffer is van visserijactiviteiten en van de aantasting van zijn habitat, vormt het middelpunt van een voorstel van de Europese Commissie voor een reddingsplan. Door de plaatselijke activiteiten erbij te betrekken, hoopt dit plan een verantwoord beheer van het bestand en het herstel van zijn habitat leefomgeving te bewerkstelligen.

De Europese paling is in gevaar. De Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) zegt het in oktober 2002 zonder omwegen: ''de aalstand bevindt zich niet langer binnen veilige biologische grenzende.” En de situatie is des te dringender daar de bedreigingen acuut zijn. Allereerst brengt de intensiteit waarmee de paling momenteel wordt gevangen de duurzaamheid van de visserij in graait.

De glasalen - jonge palingen - zijn een visserijbron van onschatbare waarde voor de sector. Met een verkoopprijs om en bij de 600 euro per kg, al naargelang de periode, maken zij vanzelfsprekend behoorlijk wat hebzucht los, waardoor het huidige bestand al snel volledig uitgeput zou kunnen raken. Ten tweede zijn de menselijke activiteiten van grote invloed op de levenscyclus van de vis. Deze heeft te lijden van de achteruitgang van de waterkwaliteit, de versnippering van zijn habitat en de hindering van zijn migraties door voornamelijk de dammen van waterkracht centrales. En tot overmaat van ramp is deze trekvis intussen nog verder verzwakt door de Anguillicola, een parasiet die hij helaas heeft overgenomen van de Japanse paling.

Volgens wetenschappers moet dus dringend een plan worden opgesteld om het palingbestand te beheren en te herstellen.

Bovendien heeft deze reddingsoperatie gevolgen voor het hele ecosysteem: de paling is namelijk een belangrijke voedingsstof voorbepaalde beschermde vogels, zoals de blauwe reiger (Ardea Cinera) en de roerdomp (Botaurus stellaris).

Bescherming

De Europese Commissie stelt voor de gehele Unie een actieschema voor. Bepaalde beschermende maatregelen bestaan al op plaatselijk en nationaal niveau, maar zij volstaan niet omdat de paling een trekvis is, die vanzelfsprekend geen rekening houdt met de nationale grenzen.

Gedurende de verschillende fasen van zijn levenscyclus wordt het bestand verspreid over meerdere geografische zones, tussen het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan en de zoete binnenwateren van Europa en Noord-Afrika.

Daarom zullen alle betrokken lidstaten nieuwe beheersmaatregelen moeten vaststellen, waaraan alle belanghebbenden een bijdrage moeten leveren en op plaatselijk niveau (d.w.z. in de rivierbekkens) in overleg moet worden ingegrepen.

Globaal denken, lokaal handelen, dat is de belangrijkste gedachte achter het Europese actieplan. Ervoor zorgen dat de plaatselijke autoriteiten zich allemaal in overeenstemming met de gemeenschappelijke Europese normen inzetten voor de instandhouding en het herstel van het palingbestand, in het bijzonder wat betreft noodmaatregelen zoals het verbod om in bepaalde zones te vissen, het verbod om palingen in een bepaald stadium van hun leven te vangen, de vaststelling van minimale vangstafmetingen of de afgifte van verkoopvergunningen.

 

SCHIERALEN MET ZENDERS OP TREK

Vorig jaar is het bijzondere Rijn Schieraal Project van start gegaan, waarbij de trek van paairijpe alen (schieralen) met behulp van in de buik geïmplanteerde zenders op de voet wordt gevolgd. Een deel heeft zich inmiddels door de Waal naar de kust verplaatst.

Vorig jaar is het bijzondere Rijn Schieraal Project van start gegaan, waarbij de trek van paairijpe alen (schieralen) met behulp van in de buik geïmplanteerde zenders op de voet wordt gevolgd. De OVB voert dit Schieraalproject uit samen met diverse Nederlandse en Duitse onderzoeksinstellingen en andere organisaties.

Zenders

Er zijn in de periode september tot eind vorig jaar ongeveer 150 schieralen in Keulen voorzien van een zender en weer losgelaten in de Rijn. De verwachting is dat deze schieralen via de verschillende Rijntakken hun weg naar zee zoeken, waarbij ze aan de hand van hun zenders te volgen zijn. Speciale kabels op de rivierbodems, verbonden met ontvangststations, kunnen de signalen van de voorbij zwemmende alen oppikken. Deze signalen worden daarna automatisch gemeld aan een centrale computer.

Gesignaleerd

Eind vorig jaar waren er ongeveer 80 alen teruggemeld in het Nederlandse deel van de Rijn. De vissen waren één of meerder keren door het systeem opgemerkt. Zover het zich nu laat aanzien, zwemmen de meeste schieralen door de Waal richting zee.

Minder dan een kwart van de schieralen waren op dat moment al opgemerkt in de buurt van zee. Naar verwachting zal de rest van de alen in de loop van het volgende trekseizoen afzakken vanuit Duitsland richting de kust.

 

Terugvangen van gemerkte schieralen

Binnen het onderzoek wordt ook bepaald hoeveel schieralen er in de Rijn voorkomen. Dat gebeurt door in de bovenloop van de Rijn in Duitsland enige duizenden schieralen te merken met een blauw inktmerk op de buik. Door binnen de vangst van Nederlandse beroepsvissers te zoeken naar gemerkte alen, kan een berekening gemaakt worden van de vermoedelijke omvang van de totale schieraalstand van de Rijn (zogeheten merk-terugvangstmethode). Tot nog toe zijn er enkele schieralen teruggevonden.

Verder kijken de onderzoekers ook naar de gezondheid van schieralen. Zouden schieralen niet fit genoeg zijn door ziekten of giftige stoffen, dan zijn ze mogelijk niet in staat de oversteek naar de Sargassozee te maken om te paaien.

 

Borstvinmerk

Bij alen met een zender is een van de borstvinnen met blauwe inkt gemerkt.

Vindt of vangt u zo'n schieraal, geef dit dan door aan de 0VB.

Overigens is een schieraal niet aan de hengel te vangen, maar alleen in visnetten.

 

Drie levens

De Sargassozee, voor de kust van Florida: daar begint het allemaal. De Larven van de Europese paling worden in het voorjaar geboren en laten zich vervolgens naar de kusten van Europa en Noord-Afrika drijven. Alvorens zij in de rivier- mondingen aankomen, ontwikkelen zij zich in glasalen, jonge palingen die wel wat lijken op doorzichtige wormen. Glasalen migreren stroomopwaarts en koloniseren een grote verscheidenheid van habitat in rivieren, meren en drassige gebieden. Daar verandert hun huid van kleur en worden zij rode alen. Dit blijven zij het grootste deel van hun leven. Tien tot twintig jaar later, aan het einde van hun groeifase, krijgen de vissen een zwartzilverachtige kleur. Deze schieralen (ook wel zilveralen of -palingen genoemd) stoppen met eten en beginnen een lange trek stroomafwaarts van de rivieren naar de mondingen en naar zee, waarna ze vermoedelijk migreren naar hun paaigebieden in de Sargassozee, ook wel beroemd om zijn Bermudadriehoek.